Door: Theresa Geissler.
In zijn indringende artikel, gepubliceerd op het blog Philosophia Perennis op zondag 23 juni 2019 https://philosophia-perennis.com/2019/06/23/schuldkult/ roept de bevlogen Islam-criticus- en blogger Dr. David Berger de Duitsers op, om 74 jaar na het einde van WO II de opgelegde “schuldcultus” definitief achter zich te laten.
En terecht: Alles houdt eens op, ook ‘collectieve’ schuld. Zeker wanneer, na het verstrijken van wat je een mensenleeftijd mag noemen, zo ongeveer alle concrete schuldigen dood en begraven zijn.
De huidige generaties van Duitsers hebben aan het gebeurde van destijds part noch deel en behoren daar dan ook niet langer op aangekeken te worden. Zo simpel ligt het, wat mij betreft.
Nu had ik, teneinde mijn instemming met dit artikel tot uiting te brengen, mij ertoe kunnen bepalen, het eenvoudigweg te vertalen en vervolgens de vertaling te publiceren op Theresa’s visie, zoals ik het meestal doe. Maar deze keer kies ik dus voor een wat persoonlijker benadering. Een weloverwogen keuze, die ik uit oprechte overtuiging gemaakt heb.
In één van de laatste artikelen, die ik, nu ruim een jaar geleden, schreef voor het blog van E. J. Bron, “In hetzelfde schuitje” https://ejbron.wordpress.com/2018/05/25/in-hetzelfde-schuitje/, schetste ik reeds een beeld van deze overtuiging, die bij mij – vanuit het niets kan ik wel zeggen – in mijn jeugdjaren al postvatte, en die er grofweg op neerkomt, dat wij, Nederlanders, met de Duitsers zoveel méér gemeen hebben, dan wij zelf vaak bereid zijn, toe te geven; dat wij met name in deze tijd voor dezelfde uitdagingen staan, dezelfde tegenstanders tegenover ons vinden, en dat er daarom alle reden is, de handen ineen te slaan. Dat dit ook zeer goed kán, mits Nederland (trouwens ook andere West-Europese landen/volkeren) na inmiddels 74 jaar definitief bereid is, een streep onder het recente verleden te zetten.
Heb ik nu gemakkelijk praten, doordat ik, mogelijk door het één of andere controversiële trekje in mijn karaker, zelf die streep al vele decennia geleden al heb weten te zetten? Zeker is, dat het voor mijn gevoel een voorrecht is, hiermee geen moment moeite te hebben gehad: Het heeft mij al vroeg in staat gesteld, de schoonheid van ons oostelijke buurland, zijn culturele en historische rijkdom en tegelijkertijd ook weer zijn onmiskenbare verwantschap met ons eigen land en volk te herkennen en te waarderen. Het heeft mij tevens in staat gesteld, die éne zwarte bladzijde in de Duitse geschiedenis te herkennen als niet méér dan een zwarte bladzijde, die níet de hele Duitse geschiedenis en níet het hele Duitse volk representeert. Die daarom niet meer is, dan een episode, die bijna driekwart eeuw na dato zowel door de Duitsers, als door de hen omringende Europese volkeren voorgoed kan worden afgesloten.
Wat vervolgens overblijft is het besef, dat Duitsland in deze tijd met dezelfde uitdagingen te maken heeft als welk west-europees land dan ook: Ze hebben een gevestigde politiek, die ze in de fuik van de EU drijft, en daarmee in de migratie-politiek (lees: de islamisering), maar is dat bij ons dan anders? Aan de andere kant hebben ook zij hun realistische stroming, die zich daartegen verzet, en dit op een manier om U tegen te zeggen: Zowel op het politieke vlak, in de vorm van de AfD, die steeds meer terrein wint, als door de alternatieve media en men kan zelfs zeggen: vooral door die laatste: Grote namen als Michael Stürzenberger, Michael Mannheimer, David Berger en Peter Helmes (ooit adviseur van CSU-voorman Franz-Josef Strauss) heeft het alternatieve nieuwscircuit inmiddels voortgebracht, terwijl in het actiewezen Pegida Dresden onder leiding van Lutz Bachmann toch maar de enige ‘Pegida’ in West-Europa is, die duurzaam heeft kunnen uitgroeien tot een protestbeweging van betekenis! Dat al deze mensen, deze bewegingen constant verdacht worden gemaakt, worden afgedaan als ‘racistisch’ en ‘nazistisch’ is iets, wat wij in Nederland moeten kunnen herkennen, omdat bij ons precies hetzelfde het geval is: Verdachtmakingen door middel van loze kreten, die politiek-correcten klakkeloos van elkaar overnemen, zonder in deze tijd nog te beseffen, wat ‘racisme’, ‘fascisme en ‘nazisme’ überhaupt inhouden – logisch trouwens, alweer omdat het inmiddels allemaal driekwart eeuw achter ons ligt.
Onze Oosterburen bijstaan in het definitief afschudden van de even belemmerende als onterechte ‘schuldcultus’ houdt automatisch in: Oog hebben voor datgene, wat zij juist in deze tijd wel degelijk zijn: Onze naaste buren, onze geestverwanten, onze bondgenoten. En wat mij betreft: Onze vrienden.
Met het oog op de hierboven genoemde namen kunnen wij de strijd voor de Realistische zaak met een gerust hart gezamenlijk voeren; ik ben ervan overtuigd, dat de uitkomst goed zal zijn!
Door: Theresa Geissler.