Groot-Brittannië: Tony-Blair-Think-Tank stelt het einde van de vrijheid van meningsuiting voor

Door: Judith Bergmann.

Het Rony Blair Institute for Global Change https://institute.global/news/designating-hate-new-policy-responses-stop-hate-crime heeft een bericht gepubliceerd met de titel Designating Hate: New Policy Responses to Stop Hate Crime https://institute.global/sites/default/files/inline-files/Hate%20crime%20V09B.pdf (“haat benoemen: Nieuwe politieke maatregelen ter beëindiging van haatdelicten”), dat radicale initiatieven aanbeveelt ter bestrijding van “haatgroepen”,ook als ze geen gewelddadige activiteiten hebben begaan. Een gastbijdrage van Judith Bergmann.

Het probleem, zoals de Think-Tank het definieert, is “de gevaarlijkheid van ‘van haat vervulde groeperingen’, ook rechts-extremisten als Britain First en Generation Identity”. Maar de tegenwoordige wetten kunnen groeperingen, die haat en tweespalt verbreiden, maar niet oproepen tot geweld, niet stoppen”. De Think-Tank definieert datgene, wat ze als één van de hoofdproblemen bij haatmisdrijven ziet, als volgt:

“een gestadige groei van haatmisdrijven werd gedreven door de toename van grote gebeurtenissen. Dikwijls begint dit online. Rondom de rerroristische aanslagen in 2017 in Groot-Brittannië stegen de haat-voorvallen op Internet met bijna 1.000 procent van 4.000 tot meer dan 37.500 dagelijks. Inde 48 uur na een gebeurtnis begint de haat offline te vloeien”.

In het bijzonder maakte het bericht gewag van, als problematisch zijnde, de stijging van het aantal online “haatvoorvallen” na drie islamitische terroristische aanslagen in Groot-Brittannië in het jaar 2017 – de Westminster auro-ram- en messtekers-aanval in Maart door Khalid Masood, die voetgangers en een politie-agent vermoordde; de bom-aanslag op de Arena van Manchester in Mei, aan het einde van een concert van Ariana Grande, waarbij Salman Abedi 22 mensen vermoordde -de jongste pas 8 jaar oud – en meer dan 200 mensen verwondde; en de ram-aanval op de London Bridge in juni, waarbij Rachid Redouane, Khuram Butt en Youssef Zeghra een Van op voetgangers op de London Bridge instuurden en vervolgens op de nabijgelegen Borough Market op meer mensen instaken. Bij deze aanval werden acht mensen gedood.

Onrustbarend genoeg schijnt het hoofdverlangen van Blairs Think-Tank de v e r – b a l e “haat” op Internet te zijn, die door de burgers tot uitdrukking komt als r e a c t i e op terroristische aanslagen – n i e t de eigenlijke fysieke uitdrukking van haat, die in de massamoorden op onschuldige mensen door terroristen wordt gedemonstreerd. Terreur-aanslagen, zo schijnt het, zijn tegenwoordig zogenaamd normale, onvermijdelijke voorvallen, die vast bestanddeel van het Britse leven zijn geworden.

Het bericht beweert:

“Tweespalt veroorzakende groeperingen – in het bijzonder toenemend gevestigde rechts-extremistische groeperingen – verbreiden haat relatief ongestraft, doordat de reacties op geweldloos extremisme ongecoordineerd blijven; haatincidenten nemen hand over hand toe, wat gemeenschappen geëxponeerd doet blijven; en daders van religieuze haat worden op grond van hiaten in de wet zelden vervolgd”.

Het probleem, aldus het bericht, is, dat “de huidige wetten niet in staat zijn, om groeperingen, die haat en tweespalt zaaien, maar niet tot geweld oproepen”, te stoppen.

Eén van de voorstellen voor een oplossing van de Think-Tank voor dit probleem luidt:

“Maak een nieuwe wet ter benoeming van “haatgroeperingen”. Deze nieuwe drempel ter benoeming van haatgroeperingen zou in Europa niet de eerste in haar soort zijn en zou er aan bijdragen, geweldloze extremistische groeperingen te bestrijden, die bepaalde groeperingen op grond van ras, religie, sexe, nationaliteit of seksualiteit demoniseren… De bevoegdheden voor benoeming vallen, zoals de verbodsbevoegdheden, onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van BinnenlandseZaken en vereisen de toestemming van de minister”.

Het bericht definieert een haatgroep als:

“Verbreiding van intolerantie enantipathie tegenover mensen van een ander ras, een andere religie, een andere sexe of een andere nationaliteit, in het bijzonder vanwege dit kenmerk; oriëntering op extremistische ideologieën… al dan niet aanzettend tot geweld; Het begaan van haatdelicten of het inspireren daartoe van anderen door haatspraak; Onevenredige beschuldiging van bepaalde groeperingen (gebaseerd op religie, ras, sexe of nationaliteit) voor bredere maatschappelijke onderwerpen”.

Het zou de taak van de regering zijn, om te definiëren, wat onder “verbreiding van intolerantie” of “beschuldiging van bepaalde groeperingen voor bredere maatschappelijke onderwerpen” wordt verstaan.

Als “haatgroepering” te worden benoemd, zo wordt in het bericht benadrukt, “zou naast de boycot staan, maar niet in verband worden gebracht met geweld of terrorisme, terwijl verwante strafbare daden civiel-rechtelijk, maar niet strafrechtelijk zouden zijn”.

In tegenstelling tot verboden groeperingen, die vanwege criminele h a n d e – l i n g e n zoals geweld of terrorisme zijn verboden, zou de benoeming als “haatgroep” vooral de vervolging van g e d a c h t e n-misdrijven inhouden.

De groeperingen, die Blairs Think-Tank noemt als hoofdvoorbeelden voor diegenen, die zouden moeten worden benoemd als haatgroep, zijn Britain First en Generation Identity. Beide zijn politiek; Britain First is tevens een opkomende politieke partij met parlementaire ambities. Wanneer de voorstellen van het bericht in nationaal recht worden omgezet, zouden deze bewegingen, als ze zouden worden benoemd als “haat”. Ze zouden dan groeperingen”, “geen gebruik mogen maken van media en niet spreken aan universiteiten”. Ze zouden dan evenmin “zich met- of voor openbare instellingen mogen engageren, met hen mogen samenwerken”.

Het bericht probeert desalniettemin, ons te verzekeren, dat “de haatbenoeming van tijdelijke aard is, en automatisch wordt herzien, vooropgesteld, dat de groepering zich zichtbaar hervormt”.

Hoewel het bericht het nog steeds zou toelaten, dat benoemde “haatgroeperingen” elkaar “ontmoeten, elkaar ondersteunen of kandideren”, zou een dergelijke wet betekenen dat de politieke rede van ge genoemde groeperingen van nul en gener waarde wordt. De Europese Conventie voorde Rechten van de Mens en de rechtspreking over de Conventie door het Europees Gerechtshof voor de Rechten van de Mens leggen een buitengewoonzwaartepunt op de politieke rede, die bijzondere bescherming geniet. Ze is dus fundamenteel voor het ten grondslag liggende functioneren van een democratische samenleving. In zijn rechtspreking heeft het Europees Gerechtshof voor de Rechten van de Mens https://de.gatestoneinstitute.org/14897/grossbritannien-meinungsfreiheit#_ftn1 vastgesteld, dat de Conventie

“…. niet alleen de informatie of de ideeën beschermt, die als onschuldig worden beschouwd, maar tevens die, welke beledigen, shockeren of storen; dat zijn de eisen van het pluralisme, de tolerantie en het vooruitzien, zonder welke er geen sprake is van een democratische samenleving. Meningen, die worden geuit in sterke of overtrokken taal, worden eveneens beschermd”.

Nog belangrijker is, dat volgens de rechstpraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens,

“…. de omvang der bescherming afhangt van de context en van het doel der kritiek. In kwesties van openlijke controverse of van openlijke belangen, tijdens de politieke debatten, tijdens de verkiezingsstrijd… zijn kernachtige woorden en scherpe kritiek te verwachten, die door het Gerechtshof sterker worden getolereerd”.[nadruk bijgevoegd]

Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens zou van daaruit aspecten van de voorgestelde wet juist vanwege bedenkingen met het oog op de vrijheid van Meningsuiting en de democratische basiswaarden voor problematisch moeten houden.

Democratische waarden schijnen desalniettemin de geringste zorg van de Think-Tank te zijn. De voorgestelde wet zou de Britse regering tot scheidsrechter van de geaccepteerde rede maken, in het bijzonder de politieke rede. Zo’n buitengewone en radicaal-autoritaire stap zou de vrijheid van meningsuiting in groot-Brittannië tot een illusie maken. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken zou elke groepering, die het voor politiek onaangenaam zou houden, ervan kunnen beschuldigen, “tolerantie te verbreiden” of “zich te spiegelen aan extremistische ideologieën” – en ze benoemen als “haatgroepering”.

De oude Sovjets zouden er trots op zijn.

* * *

Judith Bergman, columniste, juriste en politicologe, is een Senior Fellow van aanzien aan het Gatestone Institute. De bijdrage verscheen eerst hier https://www.gatestoneinstitute.org/14850/uk-tony-blair-free-speech. Duitse vertaling: Daniel Heininger.

Door: Judith Bergmann.
Ned. vertaling: Theresa Geissler.
Bron: https://philosophia-perennis.com/2019/09/19/grossbritannien-tony-blair-denkfabrik-schlaegt-ende-der-meinungsfreiheit-vor/