De Vrijheid van Leer vertoont een groot hiaat

Door: Peter Helmes.

Vroeger was het de SA, tegenwoordig is het de Antifa

De actuele gang van zaken: Hoogleraar Bernd Lücke wordt het tijdens een bijna twee uur durende orgie van gebrul en gefluit onmogelijk gemaakt, na zijn terugkeer uit het Europaparlement zijn functie als professor aan de Universiteit van Hamburg weer op te nemen, waartoe hij toch dienstrechtelijk verplicht is. De krakelers schreeuwen “Nazi”, “Fascist” enz. en eisen, dat hij er uitgesmeten wordt.

Dat is een schandaal! Dat echter nog groter wordt, als men de stellingnames van opleidings-senator en universiteitsleiding bekijkt: Boterzachte formuleringen, geen veroordeling van de brulapen, al helemaal geen verwijdering van de universiteit of tenminste een dreigement in die richting. En vooral: Geen woord ter verdediging van Lücke!

Wie in dit land niet voor een linkse dictatuur is hoeft op tolerantie niet te rekenen.

Deze negatieve geest heerst momenteel op bijna alle redacties in de pers en het officieel-wettelijke media-communicatieve gebeuren. Dit geldt ook verregaand voor de hogescholen.

Universiteiten zijn plaatsen van geestelijke uiteenzetting en vrije discours, wordt er althans beweerd. Evenwel kan men zich gevoeglijk afvragen, wáár de “vrije discours” dan nog mogelijk is! Uitgerekend op onze hogescholen heerst de moralistische wijsvinger: De anderen – dus “derechtsen”- zijn slecht, alleen wie “links” is, vertegenwoordigt het goede. Argumenten gelden alleen, als ze deze mening bekrachtigen. De tolerantie voor andere meningen ist gezonken tot op het nulpunt.

Dat geldt voor zowel studenten als voor leraren. Sommige professoren, die zich niet wensen aan te passen aan de mainstream, kunnen – als die al plaatsvinden – hun colleges nog slechts houden onder politiebescherming. En dan hebben ze nog geluk. Andere “onaangepasten” worden genadeloos overschreeuwd, opgejaagd en verdreven – zoals in deze dagen te constateren is met het voorbeeld “Lücke”. Maar de druk van de eenheidsmening grossiert ook onder de Hogeschool-leraren. De Keulse jurist en president van het Duitse Hogeschool-verbond,Professor Bernhard Kempen, bekritiseerde op de laatste conferentie van zijn verbond de dalende tolerantie tegenover andere meningen op de Hogescholen. En wel van zowel de kant van de studerenden, als van die van de leraren.

“Dat is niet alleen maar een studentikoos fenomeen. Wij aanschouwen, dat er tevens bij de wetenschappelijke medewerkers en de professoren sprake is van een houding, die op z’n minst discours-weigerend is.” De bereidheid om andere ongemakkelijke denkbeelden te verachten en er taboes op te leggen, is wijd verbreid over het hele studentendom.

Ook vele liberale professoren doen hun beklag over-moralisering, die de voor het onderzoek zo belangrijke vrije uitwiseling van ideeën belemmert. Dat zijn “pathologische ontwikkelngen”, aldus ook de Münsterse jurist professor Thomas Gutmann:

“….Steeds meer mensen denken, zich te vinden in de één of andere groeps-identiteit en verbieden vervolgens alle andere mensen, op de één of andere manier nog het één of ander te zeggen, watmet deze groepsindentiteit te maken heeft. Of de safe space beweging, die zegt dat de Unie een gebied dient te zijn, waarin geen sprake meer is van cognitieve dissonanties, zodat ik zo, zoals ik ben, niet onzeker word gemaakt, waarin ik niets moet leren. Dat is een voorstelling, die radicaal indruist tegen het idee van universiteit.”

Onderzoek naar gezindheid in plaats van naar argumenten.

De Berlijnse Stalnsme- en gewelds-onderzoeker Jörg Baberowski wordt vervolgd door een trotskistische Hogeschoolgroepering, sinds hij de schrijver van een kritische Trotski-biografie uitnodigde in zijn colloquium. Daarnaast bekritiseerde de historicus tijdens de vluchtelingencrisis van 2015 in scherpe bewoordingen de Merkeliaanse politiek en eiste een meer restrictieve asiel-politiek. Sindsdien wordt hij beticht van “vluchtelingshitserij” en “geschiedvervalsing”. En wordt hij daarenboven, aldus Bernhard Kempen:

“……vervolgd tot in zijn privé-leven, tot en met bedreiging met fysiek geweld. Dezeman is, als u hem tegenwoordig ontmoet, reeds zwaar getekend door deze gebeurtenissen. Deze man doet aan Fascisme-onderzoek en concentreert zich hierbij ook op het Stalinistische onrecht in de vroegere Sovjet-unie. Dat is een onderzoeksthema, als elk ander, waarmee men aan de slag mág gaan. Ik heb er geen woorden voor, dat men op het idee kan komen, deze man weg te zetten als een constitutie-vijandige extremist. Ik heb er echter ook geen woorden voor, als ik er aan denk, hoe lang de leiding van de Humboldt-universiteit er voor nodig heeft gehad, om zich beschermend vóór de heer Baberowski op te stellen.”

In de plaats van de zakelijke navorsing van argument en tegenargument komt het in toenemende mate tot een moralisering van het academische discours. Met het gevolg, dat argumenten niet meer worden onderzocht, maar alleen nog gezindheden. En hierdoor worden debatten gesloten.

Maar dergelijke moraliseringen weerspreken juist de aanspraak van de wetenschap. Want wetenschap betekent het systematische motiveren van stellingen, het kritisch afwegen van argumenten en rationele reflectie.

En wel onafhankelijk van hoe verontrustend of zelfs shockerendde gebeurtenissen van zo’n reflectie zijn:

Vrijheid van wetenschap stoelt op gemotiveerde oordelen. Men kan niet simpelweg zeggen,dat de klimaatverandering mensenwerk is, om vervolgens enkele aanwijzingen als toenemende periodes van hitte aan te voeren. Daarvoor moet men rekening houden met andere verklaringen en fenomenen en weer andere ontkrachten. En men moet de wijze, op welke men stellingen poneert, openleggen, men kan zich maar beperkt beroepen op – “dat hebben anderen ook gezegd”.

En daarom, schrijft de voormalige constitutionele rechter Friedhelm Hufen in het boek “De vrijheid van wetenschap en haar vijanden”:

“…kent zij geen voorbehoud van poltieke correctheid, zij het met betrekking tot gender, ras, seksuele voorkeuren, religie enzovoorts. Grenzen ontstaan pas bij het concrete gevaar van strafbare daden en het ingrijpen in de grondrechten van derden.”

Dit betekent: De rechtsordening trekt de grens voor de vrijheid van wetenschap. Maar niet, aldus Bernhardt Kempen, individuele groeperingen, die denken:

“…dat zij zouden weten, wat nog te verdragen is, wat nog behoort tot het meningenspectrum en wat daar niet meer tor behoort. Het antwoord is, dat alles, wat niet strafrechtelijk verboden is, tot het wetenschappelijk meningenspectrum behoort.”

“Als er naast de menselijke waardigheid sprake is van een opperste constitutionele waarde, dan is het toch, dat de vrijheid steeds verbonden moet zijn met het ongerechtvaardigd verlangen, de vrijheidsbeoefening van de anderen te verdragen. Al het andere zou een egoïstisch begrip van vrijheid zijn, dat tot chaos leidt. Wj moeten steeds blijven bedenken, dat onze medemensen in de samenleving dezelfde vrijheid hebben, dat ze echter van hun vrijheid op een geheel andere manier gbruik maken, en dat te verdragen, ook, wanneer dit pijn doet. Dat behoort tot de vrijheid, men kan ook zeggen, dat is de prijs van de vrijheid” (De filosoof John Stuart Mill).

N.b.:Vrijheid van wetenschap is een onderdeel van de vrijheid van meningsuiting, zoals ze in Artikel 5 van de grondwet wordt gegarandeerd – dus één van onze hoogste vrijheidsrechten.

Dus uiteenzetting in plaats van uitsluiting, argumenteren in plaats van moraliseren – dat zijn de kenmerken vanacademische vrijheid. En dar geldt on-ingeperkt voor Prof. Lücke.

Linksfascisme – breuk met onze waarden-ordening

Achter de intolerantie van de linkse tijdgenoten steekt niet alleen gebruikelijke “linksdenken”, maar gaat het hier om het basisprincipe. De studentikoze rellen bewijzen één ding: Hier heeft zich een harde kern van tegenstanders van de democratie aaneengesloten, die niet – zoals vroeger – eenvoudigweg alleen maar willen “hervormen”, maar:

een “systeemwisseling” willen, een andere samenleving, evenals de oprichting van een socialistische staatsvorm – endaarmee de strijd tegen de democratie.

Dat betekent, dat ze een totaalandere voorstelling van grondrechten hebben, die sterk geurt naar linksfascisme. Dat is een “kwaliteit” van linkse indoctrinering, dat is je reinste constitutie-breuk – en een breuk met onze waardenordening.

En deze “strijd” gaat ongegeneerd vergezeld van geweld resp. van groeperingen, die geweld dulden. Ik gruw ervan, als ik alleen al de protestborden van de “actiegroepen en -verbonden” m. b. t. de “klimaatverandering” bekijk.

Neem bijvoorbeeld de “Interventionistische Linksen (IL).

“De IL is een links-radicale organisatie met ongeveer 850 leden. Ze werd opgericht bij de jaarwisseling 2005 als verbond uit om en nabij de 30 Duitse en Oostenrijkse plaatselijke groeperingen, zowel als individuele personen. De IL Beschrijft zichzelf als “multicentistische post-autonome organisatie”, die de “afschaffing van alle verhoudingen, waarbinnen de mens een vernederd, geknecht, verlaten, verachelijk wezen is” nastreeft, en zich daarmee beroept op Karl Marx…” (Wikipedia).

Het is voor mij totaal onbegrijpelijk, dat dergelijke groeperingen en ideeën niet stuiten op het fundamentele verzet van de democratisch tot stand gebrachte partijen en de verantwoordelijkheidsbewuste media.

Zo gaat echter het Avondland, gaan Christendom, Jodendom, en Verlichting hun einde tegemoet. Waaraan bitter moet worden toegevoegd: Dat moet dan blijkbaar zo zijn.

—–

P.S.: (Kan niet gekker!): Lücke moest uitgerekend in de naar de Jodin Agathe Lasch genoemde collegezaal een lezing houden. De ironie van de geschiedenis: Agathe Lasch wilde destijds eveneens haar lezing houden, maar de Nationaal-socialisten verhinderden het haar. (Thans zijn het weer socialisten.)

Door: Peter Helmes.
Vertaling: Theresa Geissler.
Bron: https://conservo.wordpress.com/2019/10/19/die-freiheit-der-lehre-hat-eine-grosse-lucke/#more-25776