Door: Peter Helmes.
Het is überhaupt niet meer verbazingwekkend, dat het vermogen tot concurreren van de economie al sinds meerdere jaren duidelijk aan het teruglopen is. Appèls van de Duitse economie op de Bondsregering, om hier ondersteunend actief te worden, sterven gedeeltelijk weg zonder te worden gehoord, gedeeltelijk schieten de aangegrepen maatregelen tekort. Bij de bedrijfslasten bijvoorbeeld is een matiging dringend aanbevolen.
Meer nog, het is geen geheim, dat het intussen onder het kanselierschap van Merkel tot een diepe vervreemding gekomen is tussen economie en politiek – inclusief een krasse foute bezetting binnen de leiding van het Duitse Ministerie van Economie. Het ongunstige oordeel is evenzeer de schuld van de SPD. De soci’s hervinden zichzelf nu net weer als anti-kapitalistische kracht en voeren liever ‘sociale afgunst’- campagnes, dan de teruglopende bedrijven te helpen. En CDU en CSU houden zich gedeisd, om ten behoeve van hun machtsbehoud de kelderende SPD in de stemming te houden. Dat zal zich wreken, als de daling de arbeidsmarkt bereikt. En als blijkt, dat de pensioenbeloftes van de regering geen waarde hebben, als de economie de eindjes niet aan elkaar geknoopt krijgt.
Metterdaad, economie en politiek lopen niet “rond”, maar zigzag. Een troostpleistertje hier, een opwekkend middeltje daar… enz. Economisch-politieke zondagsspeeches zijn lonend, “sociale beloftes” zorgen voor bijval.
Stimulaties van de conjunctuur, die politici graag in het vooruitzicht stellen, zijn b. n. i. niets dan druppels op een gloeiende plaat, maar wat betreft een diep ingrijpende en dringend noodzakelijke verbetering van de economische raamvoorwaarden schiet de regeerders niets te binnen. Typisch het blabla van de Duitse kanselier: Merkel had bij de werkgeversdag in Berlijn onder andere verklaard, dat ze met het oog op de belastingverlagingen in andere landen zag, dat bij de ondernemingsbelastingen “dringende maatregelen waren vereist”. “Te vrijblijvend!” vonden de vertegenwoordigers van de Duitse economie dat. En terecht!
Aan het einde schijnt niemand te willen denken (“quidquid agis, prudenter agas et respice finem”- wat je ook doet, handel verstandig en houd rekening met het einde). Spreuk uit de mottenballenzak van het verstand? Wat voor de Duitse economie geldt, betreft tevens in verregaande mate de Europese markt. De interne markt van de EU zou dringend moeten worden uitgebreid op digitaal, financieel en dienstverlenend gebied. Dat zou betrouwbare groei opleveren, waarvoor de wereld-economie tegenwoordig niet meer zorgt.
Minister van Economische Zaken Altmaier lijkt van ëconomie” in de verste verte geen benul te hebben. Hij stoft – als hij dat überhaupt al doet – een programma af met de actualiteitswaarde van oud kantenpapier – maar koken doet hij graag. Dat was het dan wel. Internationale concurrenten, b.v. uit Azië en uit de VS, maar ook uit Europa – zie Frankrijk en Groot-Brittannië – hebben allang de bijl in een belangrijk probleem gezet: Ze ontlasten hun ondernemingen, terwijl de Duitsers voornamelijk het sociale netwerk uitbouwen – en aldus de economie in toenemende mate belasten. Dat gaat een tijdje goed, namelijk zolang de economie snort en de belastingen binnen blijven vloeien.
Maar als de economische motor eenmaal in de soep draait, ziet dat er al gauw anders uit. Nu al blijft er bij Duitse ondernemingen minder aan de strijkstok hangen dan bij de concurrentie in het buitenland. Dat kan in een toenemend meedogenlozer wordende concurrentie niet lang goed gaan, temeer daar er een “nieuwbakken” onzekerheid zit aan te komen, namelijk de angstaanjagende vraag, of de zogenaamd onontbeerlijke “ecologische ombouwing van de economie” met echte klimaatbescherming slaagt. De hindernissen op de weg daar naartoe zijn groot en talrijk. Ze reiken vanaf de Duitse bureaucratie tot aan de vraag naar de (ontoereikende) kapitaalkracht van Duitse ondernemingen, in het bijzonder in de middenstand.
Conclusie: De Duitse ondernemings- en financiële politiek moet radicaal op de schop. Maar daarvoor zijn “vriendelijkheden” a la Merkel-blabla niet voldoende.
Door: Peter Helmes.
Vertaling: Theresa Geissler.
Bron: https://conservo.wordpress.com/2019/11/15/der-wankende-industriestandort-deutschland-keine-zeit-fuer-nettigkeiten/