Door: DR. PHIL. MEHRENS
Een week na de verschrikkelijke aanslag van Hanau: De AfD maakt geen deel uit van het probleem, maar van de oplossing van het probleem.
Eenieder kent ze uit de desbetreffende geheime-agentenfilms: Slapers. Slapers zijn gevaarlijke mensen. Op een dag krijgen ze een telefoontje met een codewoord – en daarna zijn ze levende wapens: Het codewoord heeft een hypnotisch ingeplant bevel om tot handelen over te gaan bij hen opgewekt.
Bij de amokmaker van Hanau zal het niet één enkel, geheel bepaald codewoord geweest zijn, dat zijn sprong in het verderf heeft getriggert. Vermoedelijk was het eerder een hele rij van woorden, die gedurende de laatste jaren via de klassieke media-kanalen over hem zijn uitgestort en waarvan het laatste tenslotte de spreekwoordelijke druppel is geweest, die de emmer deed overlopen. Misschien was het het woord “terugdraaien” of het woord “onvergeeflijk”, woorden, die Merkel heeft gebruikt na de minister-presidentsverkiezingen twee weken geleden in het Thüringse parlement, verkiezingen, waar, gemeten naar de landelijke constitutie en niet naar de wensen van de machthebber, niets op aan te merken viel. Deze woorden moeten op mensen, bij wie reeds eerder aanzienlijke twijfel was gerezen aan de loyaliteit van de gevestigde partijen tegenover Duitsland en bij wie dat tot razernij leidt, mensen zoals Tobias R. uit Hanau, een uitwerking hebben als de trekker van een pistool. Zij denken metterdaad: Alleen kogels helpen hier nu nog!
In zijn tweede uitgave van 2018 publiceerde de FOCUS een enquête over de instemming van de Duitse bevolking met de massa-immigratie. Het resultaat was, dat 55 procent van de ondervraagden het nareizen van gezinnen voor vluchtelingen afwees en 68 procent een bovengrens voorstond. Enkel bij aanhangers van de Groenen vond de bovengrens geen meerderheid. Aldaar was er ook sprake van de meeste instemming met het nareizen van gezinnen. Desondanks kijken de Duitse politici nog steeds verregaand werkeloos toe bij de getto-vorming van hele woonwijken bij gelijktijdige vergroening van het denken, en verbazen zo zich er bij alle overspoeling ook nog over, dat de “omvolkings”- retoriek van rechtse groeperingen bij de kiezers terrein wint.
Als grotere delen van de bevolking zich niet langer gerepresenteerd voelen door de regeringspolitiek en vervolgens ook nog de enige mogelijkheid die ze hebben om lucht te geven aan hun ontstemming, door engagementen in burger-initiatieven of in politieke bewegingen of eenvoudigweg alleen door de reageerdersfunctie op internet-fora, van staatswege verhinderd, ja, gecriminaliseerd wordt, dat voedt dit frustratie, die kan oplopen tot gewelddadige fantasieën.
De daders van Halle und Hanau waren kennelijk mensen, voor wie het leven had afgedaan, die door de frustratie over een door hen als catastrofaal ervaren ontwikkeling in hun land van top tot teen waren vervuld van wrok en verbittering, tot ze tenslotte, schijnbaar begunstigd door psychische labiliteit, nog maar één uitweg zagen om daarmee om te gaan: door hun hele bestaan op te offeren aan een revolutionaire vernietigingsdaad uit eigen overtuiging. Eenvoudiger gezegd: Een waanzinnige politiek brengt waanzinnige plegers van strafbare daden voort. “Waanzinnige politiek”, dat isnatuurlijk een zeer subjectieve inschatting. Maar komt ons dit alles ergens niet bekend voor?
Toen in de jaren 1967 t/m 1969 een bondskanselier, die van een Nazi-verleden werd beticht, in een Gro(te)Co(alitie) de regeringszaken leidde, deed dat Duitsland aanvankelijk in chaos storten en vervolgens in een jaren durend conflict met radicale revolutionairen, die door middel van geweld een nieuwe republiek wilden afdwingen en zelfs bereid waren, daarvoor hun leven op het spel te zetten, zichzelf in een als juist erkende terroristische strijd, de “Stadsguerilla” op te offeren.
Een politiek uiterst actieve minderheid, wier speerpunt werd gevormd door in de Sozialistische Studentenbund (SDS) georganiseerde intellectuelen, zag het land in 1967 aan de rand van de afgrond. Ze streed tegen noodtoestandswetten, waarachter ze een complot van elitaire politieke krachten vermoedde ter afschaffing van democratische basisvrijheden, en was er vast van overtuigd, dat een socialistische vernieuwing de enige weg was om de komende crash van de Bondsrepubliek in een nieuw fascisme te verhinderen. Bezien vanuit het huidige perspectief doet dat neurotisch aan. Men zou nu zeggen: “Dat zijn gekken, extremisten, die in complottheorieën geloven.”
Met verraderlijk overeenkomstig klinkende bewoordingen beschrijft het politiek-mediële establishment thans de daders van Hanau. En dat toont aan: Het probleem, dat juist nu tot het Duitsland van Merkel doordringt, is niet nieuw.
Er was ook aleenseen Duitsland van Kiesinger. SDS-aanvoerder Rudi Dutschke beschreef in juli 1967 in een interview met DER SPIEGEL de zittende bondskanselier en andere leden van de regering als “bureaucratische karaktermaskers”. Over het onderwerp, hoe het systeem zou kunnen worden bestreden, zei hij: “Volkomen zeker zal niemand ervan kunnen zijn, dat er tijdens het proces van verandering überhaupt geen sprake zal zijn van geweld.”
Met andere woorden, Rudi Dutschke was datgene, wat tegenwoordig velen in Björn Höcke zien: een man die door de als desastreus ervaren foute politieke ontwikkelingen van zijn tijd zo in de gordijnen wordt gejaagd, dat hij pijnlijke ingrijpende veranderingen voor onvermijdelijk houdt. Ja, men mocht Dutschke hiervoor als “links-fascist” bestempelen, zoals de linkse top-exegeet Jürgen Habermas in 1967 op hetSDS-congres in Hannover na de begrafenis van Benno Ohnesorg indirect ook gedaan heeft.
Maar wie heeft daarvan profijt gehad? Als in een reflex werd er ook toen geprobeerd,de ontevredenen en teleurgestelden uit het democratische discours buiten te sluiten. De BILD-krant schold op de linkse herrieschoppers. En in een Nieuwjaarstoespraak liet Bondspresident Lübke, de toenmalige Steinmeier, zich met door de meerderheid gedeelde zorg uit over “kleine minderheden buiten de democratische partijen”. Zoals de woordkeus overeenkomt! Op 5 maart zal in de Duitse bioscopen de politieke satire “De kangoeroe-kronieken” in première gaan, waarin de AfD wordt verbasterd sls AzD, als “Alternatief voor de Democratie” – voor de één humoristisch, voor de ander giftig. Co-producent is overigens het ZDF.
Voor niemand schijnt het duidelijk te zijn, wie er baat heeft bij de polariserende plattitudes: maar alleen de radicalen en de tot geweld geneigden, die de toenemende frustraties van de vernederden en de beledigden misbruiken voor hun doeleinden en zo – net als de verblinden van de Rote Armee Fraktion, nu een kleine vijftig jaar geleden – de stabiliteit van de democratie in gevaar zouden kunnen brengen.
Het radicalen-decreet, de “Landshut”- ontvoering, de Schleyer-tragedie hadden misschien kunnen worden verhinderd, als een zekere Ulrike Meinhof niet was geradicaliseerd, maar er voor haar een politieke carriëre had opengestaan, zoals voor Petra Kelly, mede-oprichtingslid van de Groenen. Gaat evenwel een tot alles besloten deel van de samenleving uit van het permanente falen van het systeem, dan leidt dat, in zoverre hij uitgesloten blijft van politieke deelname, direct tot terreur. Voor de extremisten onderse systeem-critici van deSDS en hun sympathisanten kwan de vervanging in 1969 van Kiesinger door Willy Brandt te laat en pas goed de oprichting van de Groenen, tien jaar later. Ze waren reeds begonnen, de aankondiging van Dutschke, dat er van geweld sprake zou zijn, in daden om te zetten.
Eén van de eerste grotere terreur-acties gold overigens de toenmalige “leugenpers”. Het appartementengebouw van Springer-Verlag, dat de gehate BILD-krant uitgaf, werd in 1972 het doelwit van een aanslag met springstof. Iets dergelijks zou zich kunnen herhalen. Deze keer mochten dankzij hun tendentieuze berichtgeving ten koste van Links de openlijk rechtsen het doelwit van haat worden.
Kurt-Georg Kiesinger, de voormalige medewerker bij het Rijksministerie van Buitenlandse Zaken van het NS-regime, was na drie jaarkanselierschap uit het zicht verdwenen, Angela Merkel daarentegen aan wie hardnekkig een door de bank genomen vergelijkbare beschuldiging vastzit, zij is als “IM Erika”een SED-collaboratrice geweest, zet reeds in haar 15de regeringsjaar ‘Slapers’ op de wereld.
Halle en Hanau vormen een vermanend Menetekel: De jaren twintig zouden, net zoals de jaren zeventig van de vorige eeuw, wel eens kunnen ingaan als de rerreurjaren van de Duitse geschiedenis.
Maar er is een mogelijkheid om dit te verhinderen: vermits men, in plaats van opnieuw alleen maar politiek opportunistische krokodillentranen te vergieten, legitieme oppositiekrachten eindelijk opneemt in het politieke gebeuren van tegnwoordig en, zoals in Oostenrijk of in Denemarken allang is gebeurd, hun argumenten serieus neemt. De bigotte kwaaie-rechtsen-retoriek daarentegen, die sinds de avond van 19 februari weer eens door het woud der media echoot, zal het politieke klimaat in Duitsland zo verder vergiftigen, dat het slechts een kwestie van tijd is, tot de volgende “Slaper” zijn wachtwoord meent te horen.
Door: DR. PHIL. MEHRENS.
Vertaling: Theresa Geissler.
Bron: https://conservo.wordpress.com/2020/02/28/merkels-schlaefer/