Door: Theresa Geissler.
Het bericht over de fakkeloptocht, die zondagavond 21 februari door de Alkmaarse binnenstad gehouden zou worden als protest tegen het Coronabeleid van het kabinet-Rutte, stond bijtijds – op vrijdag 19 februari – in de Alkmaarse Courant:
Men had, aldus de initiatiefnemers, een aanvraag ingediend voor 50 deelnemers, al vermoedde men, “dat het er weleens zomaar veel meer zouden kunnen worden”.
Welnu, dat vermoeden werd dus waarheid: Meer dan driemaal zoveel mensen voelden zich uiteindelijk geroepen, hieraan deel te nemen, teneinde hun onvrede en frustratie over de krankzinnige situatie, die nu een jaar geleden begon en waarvan het einde nóg niet in zicht is, kenbaar te maken. – En ik was erbij; ook ik was één van die mensen.
Eh… pardon: Een jáár, zei ik? Ja, een jáár! Want zelfs gedurende de schitterende zomer van 2020, toen alles “de goede kant” op leek te gaan, slaagden Rutte&Co er in, de dreiging van de lockdown tastbaar te houden, als voorbereiding op wat er – zoals zij zelf waarschijnlijk heel goed wisten – nog zou gaan komen: De mondkapjesplicht in het Openbaar Vervoer was al eerder ingevoerd en sindsdien niet meer weggeweest; in warenhuizen en kledingzaken zou hij spoedig volgen. We konden weer onbelemmerd buiten op de terrassen zitten – MITS de voorgeschreven afstandsregel van 1,5 meter in acht genomen werd – maar de dreiging, dat dit maar tijdelijk zou zijn, hing achteraf bekeken toen al in de lucht. En jawel: De laatste dagen van augustus was er nog in mijn naaste omgeving een buurt-barbecue georganiseerd; dramatische cijfers in de media over ‘oplopende besmettingen’ wisten evenwel de initiatiefnemers zo’n angst aan te jagen, dat ze het hele gebeuren cancelden, nog vóór ze daartoe werden verplicht, m. a. w. de tactiek van het angst zaaien had succes. Logisch dus, dat het sindsdien gehandhaafd is, in combinatie met het (omzichtig) aantrekken van de vangnetten rondom de Nederlandse bevolking..
Want als de werkwijze van Mark Rutte gedurende zijn hele – te lange – ambtsperiode ergens door wordt getypeerd, is het wel door ‘omzichtigheid’: Het motto, dat hij schijnt te hebben overgenomen van Bassie en Adriaan (“Wat je ook doet, altijd blijven lachen”), zijn trouwe-honden-hielenlikken naar boven (Merkel en de EU), zijn (subtiele) trappen naar beneden (de signalen vanuit het volk, waaraan hij – even onuitgesproken als onmiskenbaar – máling heeft), zijn eeuwige gedraai, gekonkel en het doen van valse beloftes (Over die inmiddels stuk gekauwde 1000 Euro praat ik dan maar niet eens; het gaat hier over zijn Corona-beleid).
Want niemand, die hem ooit verplicht heeft, eerst openlijk a te verkondigen, om vervolgens uiteindelijk b te doen; dat komt volledig uit zijn eigen koker: De mondkapjesplicht in OV en ‘binnenruimtes’, de sluiting van de scholen, de algehele lockdown en – klap op de vuurpijl – de ‘avondklok’, letterlijk met álles is hij begonnen, te verzekeren, dat Nederland er níet aan zou beginnen, met als einduitkomst, dat alles inmiddels een feit is. Slechts met één ding ging het min of meer omgekeerd: Men herinnere zich, dat hij aan het begin van de “eerste golf” pathetische persconferenties pleegde te geven, waarin hij zich zinspelingen veroorloofde als “toegroeien naar het Nieuwe Normaal” en “ons voorbereiden op een leven in eenzaamheid” Of dit nu de eerste proefballonnetjes waren in de aanloop naar het ‘top secret’ New World Order, zal – ergens hopelijk – niet aan het licht komen, omdat hij het daar sindsdien niet meer over heeft gehad: Vermoedelijk heeft hij aan de reacties vanuit de samenleving wel gemerkt, dat geen zinnig mens er heil in ziet, om zich op een dergelijke koers te concentreren. Men wil maar één ding: terug naar het “Oude Normaal” en verder op dat punt geen flauwekul. Sinds dat duidelijk is, beperkt hij zijn uitlatingen consequent tot het “bestrijden van het virus, met alle beschikbare middelen.” Dus ook die, waarvan hij aanvankelijk uitriep, dat hij er niet aan zou beginnen….
….zoals ten langen leste de ‘Avondklok’. Heel Nederland zat sinds half december al in de ‘zware lockdown, toen er voorzichtige berichten begonnen door te sijpelen, dat ook déze maatregel er alsnog zat aan te komen, “met grote tegenzin van de kant van de regering, máár”…. de statistieken wezen niet uit wat de regenten graag wilden zien. Toen wist je het eigenlijk al: Het kwam ervan, al ging het halve land op zijn kop staan! Wat we op dat moment nog níet konden voorzien, was de enormiteit, waarmee Rutte zichzelf naderhand nog overtrof: Namelijk, door na zo’n anderhalve week vol bravoure tegenover de pers te verkondigen: “Dinsdag buigen we ons opnieuw over de maatregelen, en dan op de eerste plaats over de Avondklok: We moeten dat verdraaide ding zo gauw mogelijk kwijt!” Grote woorden, kortom, die bij de eerste de beste gelegenheid werden verloochend, doordat “dat verdraaide ding” juist tot 3 maart werd VERLENGD. Dat zijn dus van die momenten dat je je in gemoede afvraagt, wie Rutte wel denkt, dat hij is, en wie hij vóór zich heeft (het hele Nederlandse volk, waaronder zijn vaste- en potentiële kiezers. Maar hoeveel geeft hij daarom, als het er op aankomt?)
Maar die Avondklok was in feite al op het randje, als het dan nog net niet de befaamde ‘druppel’ was: Het ging eenvoudig een grens over, zij het dan één die misschien niet voor iedereen even goed na te voelen is. Echter: degenen, die beweren: “Het is niet zo erg, want hoe vaak moet je nu na negen uur nog de deur uit?” hebben niet zonder meer gelijk, omdat het niet dáárom gaat, maar om het onvervreemdbaar recht van elke democratische staatsburger om zich 24 uur per etmaal vrij te bewegen, waarheen hij maar wil. Een Avondklok past niet binnen een zichzelf respecterende democratie, tenzij om een heel wat meer concrete, acute reden dan een “pandemie”, en dan ook nog strikt binnen een zo kort mogelijk tijdsbestek i. p. v. voor onbepaalde tijd.
Precies dat was dan ook het argument, dat de Haagse Voorzieningenrechter het zwaarst liet wegen in het Kort Geding van Dinsdag 16 februari jl., aangespannen door actiegroep Viruswaarheid. Dat de uitspraak dan ook ten gunste van eiser uitviel – wat inhield, dat de Avondklok onmiddelljk moest worden opgeheven – was in eerste instantie weliswaar verrassend voor wie het ter ore kwam, maar het volgende ogenblik vooral logisch. En daarbij opluchtend en hoopgevend: Het toonde aan, dat de Nederlandse rechtspraak haar zin voor de realiteit nog niet geheel kwijt was, virus of geen virus.
Dat Rutte&Co hierop echter niet reageerden op de manier, die de denkbaarst fatsoenlijke zou zijn geweest, namelijk door de beslissing van de rechtbank te accepteren en hun verlies te nemen; dat zij integendeel onmiddellijk alle ‘regenteske’ hulpmiddelen uit de kast hebben getrokken, niet alleen om dezelfde dag nog in beroep te kunnen gaan, maar tevens om tijd te winnen, teneinde de ‘Corona-noodwet’ zodanig dicht te timmeren, dat in het vervolg geen gerechtelijke ingreep van welk niveau ook er tussen zal kunnen komen, zolang het hèn, de regenten, goeddunkt… DAT is een manier van doen, die hooguit in de 17de Eeuw thuishoort – toen de regenten het metterdaad op elk maatschappelijk vlak nog voor het zeggen hadden – maar zeker niet meer in onze tijd! Een onfatsoenlijk en tegelijkertijd arrogant, van minachting voor het volk getuigend handelen is dit geweest; DIT was de druppel, die de emmer heeft doen overlopen!
Daarom was ik persoonlijk blij, dat ik afgelopen vrijdag bijtijds las over de voor zondagavond geplande fakkeloptocht door de binnenstad van Alkmaar. En daarom ben ik blij, dat ik daar gisteravond bij heb kunnen zijn.
Was het geslaagd? Voor mijn gevoel zeker! De veel grotere opkomst dan gepland mag dan misschien het gemeentebestuur hoofdbrekens gekost hebben – niet de politie, aangezien de hele tocht rimpelloos, zonder ook maar één ongeregeldheidje is verlopen, 50 of 170 deelnemers – maar ze is het ontegenzeggelijke bewijs, dat de onvrede, de frustratie, waaraan ze uiting heeft gegeven, bij velen in Alkmaar en omstreken – en trouwens door het hele land heen – lééft! Het is een waardig en tóch in het oog lopend streven geweest, daarnaast ook nog op basis van gelijkwaardigheid, doordat de initiatiefnemers van deze ‘stille tocht’ tijdens het gebeuren-zelf grotendeels in de anonimiteit bleven, in plaats van zich op te werpen als ‘woordvoerders’, die in dat geval alle aandacht opgeëist zouden hebben. Dit was een tocht van IEDEREEN, die er aan deelnam… en daardoor een voorbeeld, dat navolging verdient! In meerdere steden, meerdere dorpen, en het liefst ook nog vaker, dan eenmalig!
Een mede-deelneemster, met wie ik nog kort in gesprek raakte, verzekerde met klem, dat ze “ALLES over had voor het terugwinnen van de vrijheid van het Nederlandse volk, zoals het tot voor een jaar de gewoonste zaak van de wereld was geweest!” “Ik ook”, reageerde ik kort en bondig.
Daarmee was, tenminste voor dat moment, alles gezegd. Maar op termijn hopelijk het laatste woord nog niet gesproken, laat staan de laatste fakkeloptocht gelopen!
Door: Theresa Geissler.