Door: Michael van Laack.
“Stel je voor, het is democratie en de CDU gaat er niet naartoe.” Zo kan de aangekondigde opstelling van de CDU-fractie in het deelstaatparlement van Thüringen bij de constructieve motie van wantrouwen vandaag het beste worden beschreven.
Wij herinneren ons: Eigenlijk zouden er in september nieuwe verkiezingen voor het deelstaatparlement moeten plaatsvinden. Aldus waren de rood-rood-groene minderheidsregering onder Bodo Ramelow met CDU en FDP overeengekomen. Hiertoe zou eigenlijk tevoren een zelfopheffing van het deelstaatparlement noodzakelijk geweest zijn.
Plotseling weigerden delen van de regeringspartijen echter. De opheffing zou dus alleen nog mogelijk geweest zijn met de stemmen van de AfD. Met de AfD evenwel – zo luidt een ongeschreven dogma – stemt men niet. Zelfs niet als men een aan de burgers gedane belofte moet breken.
Constructieve motie van wantrouwen van de AfD
Voor het verstrijken van de termijn ter zelfopheffing kregen de gevestigde partijen vanzelfsprekend applaus in vele mainstream media, in de overige slechts lichtelijk kritische commentaren. Want het ging immers om iets veel belangrijkers dan om het breken van een belofte. Bij nieuwe verkiezingen dreigde het bruine gevaar het ooit, net als het hele land, door een antifascistische beschermingsmuur omringde Thüringen te overspoelen. De AfD ligt volgens vele opinieonderzoeken voor op de CDU en ook de minderheidsregering zou met pijnlijke verliezen rekening moeten houden, wat een nieuwe vorming van een communistisch-eco-socialistische regering zeer zou bemoeilijken.
Dit alles werd vervolgens de AfD te bont – in de meest ware zin van het woord. Zij diende constructieve motie van wantrouwen is, waarschijnlijk in de wetenschap, dat ze daarmee nauwelijks succes zou hebben en dat al helemaal niet Björn Höcke tot nieuwe minister-president zou worden gekozen. De ontzetting volgde op de voet. In de MSM werd gesproken van ” schending der democratie”,, “bruine zelf-ensceneringen” en de poging tot een “staatsgreep tegen de gekozen MP Ramelow”. Stoïcijns bleef alleen de minister-president zelf.
In de CDU heerst nu de angst
Zoals gezegd was het Björn Höcke volkomen duidelijk, dat hij deze verkiezingen ziet kon winnen. Niettemin was er voor de CDU een levensgevaarlijke situatie ontstaan. Een eigen kandidaat mocht ze in geen geval naar voren schuiven, want die zou – zoals eerder Kemmerich – mogelijk met de stemmen van FDP en AfD worden gekozen. En wie zou Angela Merkels geplande vakantie willen verstoren door haar te dwingen om de verkiezing van een minister-president van de CDU-zelf terug te draaien.
Maar een geschikte kandidaat had de gespleten CDU Thüringen zonder meer niet binnen haar gelederen. Er dreigde echter een gevaar. Tenminste enkele leden van de eigen fractie zouden op Höcke kunnen stemmen. De shitstorm zou reusachtig zijn en voor het ook op bondsniveau nagestreefde socialistische driemanschap zou het “voorval” van pas komen in de strijd om de parlementsverkiezingen. Dus werd besloten aan de verkiezingen vandaag niet deel te nemen, al helemaal niet te verschijnen of het parlement voor de verkiezingen demonstratief te verlaten.
Steun verlenen aan communisten blijft het kleinere kwaad
Liever, aldus talrijke deelstaatparlementariërs, steunen wij nog eens drie jaar een communist, dan dat wij ons door de AfD de les laten lezen, over wat democratie inhoudt. En in drie jaar – aldus de calculatie – zijn de kiezers de causa Kemmerich, de inbreuk op de belofte van nieuwe verkiezingen en de momentele zaak weer vergeten en zullen ze uit dankbaarheid voor het beschermen van de democratie weer in grote getale CDU stemmen. Eens kijken, of die vlieger opgaat.
Door: Michael van Laack.
Vertaling: Theresa Geissler.
Bron: https://philosophia-perennis.com/2021/07/23/thueringen-cdu-will-regierung-des-kommunisten-bodo-ramelow-nicht-gefaehrden/